De 25-jarige Tilda Schmitt neemt naast haar studie wiskunde de zorg en verantwoordelijkheid voor haar jongere halfzusje Ida op zich, omdat hun depressieve, alcoholistische en gewelddadige moeder – hun vaders zijn al lang uit beeld – het volkomen laat afweten. Zij verdient wat geld met haar bijbaantje in de supermarkt en vrijwel dagelijks neemt ze haar halfzusje mee naar het zwembad. Dat is voor beiden een vrijplaats om te ontsnappen aan hun beladen verleden en troosteloze thuissituatie. Dankzij de onvoorwaardelijke liefde en steun van Tilda ontworstelt de creatieve, kwetsbare en introverte Ida zich aan haar monsterlijke moeder en leert zij haar eigen weg te gaan. Sterke dialogen en een hechte compositie rond motieven als water en alledaagse rituelen in deze roman, die verteld wordt vanuit Tilda, het gevoelige hoofdpersonage dat in haar onverschrokkenheid en gedrevenheid lijkt op Katniss Everdeen uit ‘The Hunger Games’. Voor haar succesvolle romandebuut, dat verwant is aan bijv. ‘Das Mädchen’ van Angelika Klüssendorf, ontving de auteur (1995) de Ulla-Hahn-Autorenpreis.